ECLI:NL:HR:2001:AD6427
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag vennootschapsbelasting en waardering van werknemersopties
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X N.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 24 oktober 2000, betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1995. De belanghebbende, een beursgenoteerde vennootschap, kreeg een aanslag opgelegd van f 353.693, welke na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Het Hof verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De zaak draait om de waardering van werknemersopties die in 1995 aan personeel zijn toegekend. De belanghebbende had f 142.830 als loon in aanmerking genomen, wat 7,5% van de waarde van de optierechten op het moment van toekenning vertegenwoordigde. De werkelijke waarde van deze optierechten was echter f 525.918. Het Hof oordeelde dat artikel 9, lid 1, aanhef en letter i, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (tekst 1995) niet toestaat dat een hoger bedrag in aftrek wordt gebracht dan het bedrag dat bij het personeel in aanmerking is genomen.
De Hoge Raad heeft het middel van de belanghebbende verworpen. De tekst van het relevante artikel biedt geen ruimte voor een andere uitleg dan die door het Hof is gegeven. De Hoge Raad oordeelde dat het voorschrift niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is en dat de stelling van de belanghebbende dat er een ander bedrag in aftrek kan worden gebracht, niet houdbaar is. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verklaarde het beroep ongegrond. Dit arrest is uitgesproken op 30 november 2001 door de vice-president en de raadsheren in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier.