ECLI:NL:HR:2001:AD7521

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 december 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R01/127HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • C.H.M. Jansen
  • J.B. Fleers
  • A.G. Pos
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige machtiging tot opneming in psychiatrisch ziekenhuis

In deze zaak heeft de Officier van Justitie in het arrondissement Roermond op 30 augustus 2001 een vordering ingediend voor een voorlopige machtiging tot opneming en verblijf van de verzoeker in een psychiatrisch ziekenhuis. Bij deze vordering was een geneeskundige verklaring van psychiater S. Tiggelovend gevoegd, die niet bij de behandeling betrokken was. Daarnaast waren er bijlagen van de behandelend psychiater L. Vanmolkot en verpleegkundige A. de Wit, gedateerd 16 augustus 2001, alsook een aantal politiemutaties.

De Rechtbank heeft op 7 september 2001, na het horen van de verzoeker, zijn advocaat, de behandelend psychiater dr. Vanmolkot, de heer G. Hermans van het RIBW en de Officier van Justitie, de vordering toegewezen en een voorlopige machtiging verleend voor de duur van maximaal zes maanden. Deze beschikking is aan de beschikking gehecht. Verzoeker heeft tegen deze beschikking beroep in cassatie ingesteld, waarbij het cassatierekest eveneens aan de beschikking is gehecht.

De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Gezien artikel 101a RO behoeft dit geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Deze beschikking is gegeven door de raadsheren C.H.M. Jansen, als voorzitter, J.B. Fleers en A.G. Pos, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein op 21 december 2001.

Uitspraak

21 december 2001
Eerste Kamer
Rek.nr. R01/127HR
SB
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker], wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. G.E.M. Later.
1. Het geding in feitelijke instantie
De Officier van Justitie in het arrondissement Roermond heeft op 30 augustus 2001 een vordering ingediend tot het verlenen van een voorlopige machtiging tot opneming en doen verblijven in een psychiatrisch ziekenhuis van verzoeker tot cassatie - verder te noemen: verzoeker. Bij de vordering was gevoegd een geneeskundige verklaring van S. Tiggelovend als psychiater die niet bij de behandeling betrokken is, met als bijlagen een brief van de behandelend psychiater L. Vanmolkot en de verpleegkundige A. de Wit d.d. 16 augustus 2001 en een aantal politiemutaties.
Nadat de Rechtbank op 7 september 2001 verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat, de behandelend psychiater dr. Vanmolkot, de heer G. Hermans van het RIBW en de Officier van Justitie had gehoord, heeft zij bij beschikking van diezelfde dag de vordering toegewezen en de voorlopige machtiging verleend voor de duur van maximaal zes maanden.
De beschikking van de Rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de Rechtbank heeft verzoeker beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 101a RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren C.H.M. Jansen, als voorzitter, J.B. Fleers en A.G. Pos, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 21 december 2001.