ECLI:NL:HR:2001:ZC3696
Hoge Raad
- Cassatie
- C.H.M. Jansen
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over omgangsregeling tussen vader en minderjarig kind
In deze zaak heeft de vader, verzoeker tot cassatie, op 17 oktober 1996 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank te 's-Hertogenbosch om een omgangsregeling te treffen met zijn minderjarige kind. De moeder, verweerster in cassatie, heeft het verzoek bestreden. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de vader zijn verzoek aangevuld met een subsidiair verzoek om een informatieregeling vast te leggen. De Rechtbank heeft op 5 november 1997 het verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling afgewezen, maar bepaald dat de moeder de vader éénmaal per kwartaal schriftelijk moet informeren over de ontwikkelingen van het kind en tweemaal per jaar een recente foto moet sturen.
De vader heeft tegen deze beschikking hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het Hof heeft bij tussenbeschikking van 12 januari 2000 de advocaat van de moeder opgedragen om een verslag van de behandelend psychiater over te leggen en te bevestigen dat de informatie en foto aan de vader waren verzonden. Bij eindbeschikking van 27 september 2000 heeft het Hof de bestreden beschikking bekrachtigd. De vader heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen deze eindbeschikking.
De Hoge Raad heeft op 28 september 2001 de zaak behandeld. De moeder heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal J.K. Moltmaker was om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden, omdat zij geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling nopen tot nadere motivering. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen.