ECLI:NL:HR:2001:ZC8085
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag vennootschapsbelasting en proceskosten
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een aanslag in de vennootschapsbelasting die aan Rotterdam Afvalverwerking N.V. is opgelegd voor het jaar 1989, met een belastbaar bedrag van f 7.472.087. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep gegrond en vernietigde zowel de aanslag als de uitspraak van de Inspecteur. De Staatssecretaris van Financiën heeft vervolgens cassatie ingesteld, waarbij hij twee middelen aanvoerde. De Advocaat-Generaal L.F. van Kalmthout heeft geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep en tot verwijzing naar een ander gerechtshof.
De Hoge Raad heeft de middelen van de Staatssecretaris niet gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen niet tot cassatie konden leiden en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie, vastgesteld op ƒ 887,50 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen op 13 juli 2001 door de vice-president G.J. Zuurmond en de raadsheren F.W.G.M. van Brunschot, D.G. van Vliet, P. Lourens en C.B. Bavinck, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.M. van Hooff.