ECLI:NL:HR:2001:ZD2446
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor overtreding van de Algemene Politieverordening Langedijk
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, waarbij de verdachte is veroordeeld voor overtreding van artikel 102 van de Algemene Politieverordening (APV) Langedijk. De Hoge Raad heeft op 20 maart 2001 uitspraak gedaan in deze zaak, die betrekking heeft op de verplichting om de weg te reinigen na het verrichten van werkzaamheden. De verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.J. de Lange, had in hoger beroep vrijspraak gevraagd voor de primair tenlastegelegde feiten, maar werd uiteindelijk veroordeeld tot een geldboete van duizend gulden voor de overtreding van de APV.
De Hoge Raad heeft de argumenten van de verdachte en haar raadsman beoordeeld, waarbij het middel betoogde dat de tenlastelegging niet correct was en dat de werkzaamheden niet onder de APV vielen. De Hoge Raad oordeelde dat de tekst van artikel 102 APV niet beperkt is tot werkzaamheden die niet het gebruik van de weg voor vervoer omvatten. De Hoge Raad concludeerde dat de stelling van de raadsman onvoldoende grond biedt voor een beperkte uitleg van de APV.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de verdachte onvoldoende heeft voldaan aan haar verplichtingen om de weg te reinigen na het verrichten van werkzaamheden, wat heeft geleid tot de verontreiniging van de weg. De Hoge Raad verwierp het beroep en oordeelde dat er geen gronden waren voor cassatie, waardoor de veroordeling van het Hof in stand bleef. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de noodzaak voor weggebruikers om verantwoordelijk te zijn voor de gevolgen van hun werkzaamheden op de openbare weg.