ECLI:NL:HR:2002:AD5579
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de inwerkingtreding van noodregelingen ex art. 31 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 januari 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een beroep in cassatie door een verdachte, vertegenwoordigd door advocaat M.J.J.E. Stassen, tegen een veroordeling voor overtreding van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. De verdachte was veroordeeld tot een geldboete van ƒ 1000,-- voor het niet naleven van een voorschrift dat was gesteld krachtens artikel 30, eerste lid, van deze wet. De verdediging voerde aan dat de Herbevolkingsregeling klassieke varkenspest 1997 onverbindend was wegens strijd met Europese regelgeving. Het Hof had dit verweer verworpen, waarbij het stelde dat de relevante richtlijnen niet van toepassing waren op de klassieke varkenspest. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal Wortel gevolgd, die had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof voldoende gemotiveerd had beslist en dat de middelen van de verdediging niet tot cassatie konden leiden. De uitspraak van het Hof werd bevestigd, en het beroep werd verworpen. Dit arrest benadrukt de mogelijkheid voor de Nederlandse overheid om in noodgevallen maatregelen te treffen die onmiddellijk in werking treden zonder publicatie in de Staatscourant, en dat de Europese richtlijnen niet altijd de nationale wetgeving beperken.