ECLI:NL:HR:2002:AD7376
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Herziening van alimentatieverplichtingen in het kader van een echtscheiding
In deze zaak heeft de man, verzoeker tot cassatie, een verzoek ingediend bij de Rechtbank te Roermond om de door hem te betalen kinderbijdrage voor zijn dochter [dochter 1] met ingang van 1 september 1999 op nihil te stellen. Tevens verzocht hij om een bijdrage van de vrouw voor [dochter 1] van ƒ 350,-- per maand. De vrouw heeft het verzoek bestreden. De Rechtbank heeft het verzoek van de man toegewezen, maar de vrouw ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het Hof heeft de beschikking van de Rechtbank gedeeltelijk vernietigd en de bijdrage voor [dochter 1] gewijzigd, waarbij de bijdrage van de man werd vastgesteld op ƒ 275,-- per maand van 1 september 1999 tot 1 november 2000, en op nihil vanaf 1 november 2000. De man heeft cassatie ingesteld tegen deze beschikking van het Hof. De Hoge Raad heeft de beschikking van het Hof verbeterd, omdat de alimentatieverplichting ten name van de man op een vergissing berustte. De Hoge Raad heeft de beschikking van het Gerechtshof aldus verbeterd dat in plaats van '[de man]' nu '[de vrouw]' moet worden gelezen. Het beroep van de man is voor het overige verworpen.