ECLI:NL:HR:2002:AD7799

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 februari 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
03195/00
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen veroordeling voor smaadschrift

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 10 maart 2000 werd uitgesproken. De verdachte, geboren in 1920, was eerder door de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Zwolle op 16 februari 1998 veroordeeld voor smaadschrift. Het Gerechtshof vernietigde dit vonnis en legde een geldboete op van duizend gulden, met een subsidiaire straf van twintig dagen hechtenis voorwaardelijk, en een proeftijd van twee jaren. Daarnaast werd er een schadevergoedingsmaatregel opgelegd en werd de vordering van de benadeelde partij toegewezen.

De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, maar de ingediende geschriften konden niet worden aangemerkt als middelen van cassatie. De gemachtigde van de benadeelde partij, mr. J.W. Helsdingen, diende ook een schriftuur in, die eveneens niet als middelen van cassatie kon worden beschouwd. De Advocaat-Generaal Machielse concludeerde tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft het schriftelijk commentaar van de gemachtigde van de benadeelde partij op de conclusie van de Advocaat-Generaal in overweging genomen. Na ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak oordeelde de Hoge Raad dat er geen gronden aanwezig waren om de uitspraak van het Gerechtshof te vernietigen. Het cassatieberoep werd dan ook verworpen. Dit arrest is uitgesproken op 12 februari 2002 door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend-griffier.

Uitspraak

12 februari 2002
Strafkamer
nr. 03195/00
ACH/LD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 10 maart 2000, nummer 21/000707-98, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1920, wonende te [woonplaats].
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Zwolle van 16 februari 1998 - de verdachte ter zake van "smaadschrift" veroordeeld tot een geldboete van éénduizend gulden, subsidiair twintig dagen hechtenis voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Voorts heeft het Hof aan de verdachte een schadevergoedingsmaatregel opgelegd alsmede de vordering van de benadeelde partij toegewezen, een en ander op de wijze zoals in het arrest vermeld.
2. Geding in cassatie
2.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Deze heeft diverse geschriften ingediend die evenwel niet kunnen worden aangemerkt als een schriftuur houdende middelen van cassatie.
Namens de benadeelde partij heeft mr. J.W. Helsdingen, als gemachtigde van de benadeelde partij, een schriftuur ingediend die evenwel niet kan worden aangemerkt als een schriftuur houdende middelen van cassatie.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2.2. De Hoge Raad heeft kennis genomen van het schriftelijk commentaar van de gemachtigde van de benadeelde
partij op de conclusie van de Advocaat-Generaal.
3. Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak
De Hoge Raad oordeelt geen grond aanwezig waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd. Daarom moet het cassatieberoep worden verworpen.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.J.M. Davids als voorzitter, en de raadsheren G.J.M. Corstens en E.J. Numann, in bijzijn van de waarnemend-griffier H.H.A. de Nijs, en uitgesproken op 12 februari 2002.