ECLI:NL:HR:2002:AD8174

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 maart 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C00/143HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.E.M. van der Putt-Lauwers
  • D.H. Beukenhorst
  • O. de Savornin Lohman
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwerping van het cassatieberoep inzake huurovereenkomst en ontruiming

In deze zaak heeft de Woningstichting, verweerster in cassatie, eisers tot cassatie gedagvaard voor de Kantonrechter te Nijmegen. De Woningstichting vorderde de ontbinding van de huurovereenkomst met betrekking tot een onroerende zaak en verzocht om ontruiming van het gehuurde. De Kantonrechter heeft de vordering toegewezen, waarna eisers in hoger beroep gingen bij de Rechtbank te Arnhem. De Rechtbank bekrachtigde een tussenvonnis van de Kantonrechter en vernietigde het eindvonnis van de Kantonrechter, maar wees de vorderingen tegen eiser sub 2 af. Tegen deze vonnissen hebben eisers cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de advocaat van de Woningstichting en de Advocaat-Generaal L. Strikwerda aanwezig waren. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De uitspraak is gedaan op 8 maart 2002 en is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein. De klachten van eisers in het cassatieberoep konden niet tot cassatie leiden, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

8 maart 2002
Eerste Kamer
Nr. C00/143HR
SB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiseres 1],
2. [Eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
STICHTING PORTAAL WOONSTICHTING, voorheen de Woningstichting Nijmegen, gevestigd te Nijmegen,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: voorheen jhr. mr. J.L.R.A. Huydecoper, thans mr. M.A. Leijten.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerster in cassatie - verder te noemen: de Woningstichting - heeft bij exploit van 15 januari 1998 eisers tot cassatie - verder te noemen: [eiser] c.s. - op verkorte termijn gedagvaard voor de Kantonrechter te Nijmegen en gevorderd bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de onroerende zaak gelegen aan de [a-straat 1] te [woonplaats] te ontbinden met veroordeling van [eiser] c.s. tot ontruiming van het gehuurde en met machtiging aan de Woningstichting om de ontruiming te bewerkstelligen, eventueel met behulp van de sterke arm van politie en/of justitie, op kosten van [eiser] c.s.;
uiterst subsidiair: de huurprijs van voormelde onroerende zaak nader vast te stellen met ingang van de datum van de dagvaarding, kosten rechtens.
[Eiser] c.s. hebben de vorderingen bestreden.
De Kantonrechter heeft na een tussenvonnis van 24 april 1998 bij eindvonnis van 9 oktober 1998 de primaire vordering toegewezen.
Tegen dit eindvonnis hebben [eiser] c.s. hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Arnhem.
Na een tussenvonnis van 9 september 1999 heeft de Rechtbank bij eindvonnis van 16 december 1999 het door de Kantonrechter op 24 april 1998 tussen partijen gewezen tussenvonnis bekrachtigd, het eindvonnis van de Kantonrechter van 9 oktober 1998, behoudens de veroordeling in de kosten, vernietigd, en, opnieuw rechtdoende, de vorderingen tegen eiser tot cassatie sub 2 alsnog afgewezen en het eindvonnis van de Kantonrechter voor het overige bekrachtigd.
Beide vonnissen van de Rechtbank zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen beide vonnissen van de Rechtbank hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Woningstichting heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor de Woningstichting mede door mr. F.A. Sievers, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiser] c.s. heeft bij brief, ter griffie ingekomen op 18 januari 2002, op die conclusie gereageerd.
De Hoge Raad heeft deze brief terzijde gelegd, nu de brief niet is ingekomen binnen de termijn van twee weken nadat de conclusie ter rolle was genomen.
3. Beoordeling van de middelen
De in het middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de woningstichting begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.E.M. van der Putt-Lauwers, als voorzitter D.H. Beukenhorst en O. de Savornin Lohman, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 8 maart 2002.