ECLI:NL:HR:2002:AD8879
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de kwalificatie van een herstelinrichting voor motorvoertuigen en de naleving van milieuwetgeving
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 april 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte, geboren in 1945, werd beschuldigd van het niet naleven van milieuwetgeving met betrekking tot de exploitatie van een herstelinrichting voor motorvoertuigen. Het Gerechtshof had vastgesteld dat de verdachte opzettelijk niet voldeed aan de voorschriften van het Besluit herstelinrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer, doordat er op zijn terrein een grote hoeveelheid oude motorbanden was opgeslagen zonder dat deze op de juiste wijze werden afgevoerd. De verdachte voerde aan dat hij geen herstelinrichting exploiteerde, maar enkel banden verkocht. De verdediging stelde dat de hoofdactiviteit van de verdachte de verkoop van banden was en dat er geen herstelwerkzaamheden plaatsvonden.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof voldoende aannemelijk had gemaakt dat de verdachte zijn bedrijf als een herstelinrichting voor motorvoertuigen aanmerkte en dat hij dit ook had gemeld aan het bevoegd gezag. De Hoge Raad concludeerde dat de kwalificatie van de inrichting als herstelinrichting niet alleen afhangt van de frequentie van herstelwerkzaamheden, maar ook van de feitelijke omstandigheden en de bestemming van de inrichting. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat de middelen niet tot cassatie konden leiden en er geen grond was voor vernietiging van de bestreden uitspraak.
De uitspraak benadrukt het belang van de naleving van milieuwetgeving en de verantwoordelijkheden van exploitanten van herstelinrichtingen. De Hoge Raad bevestigde dat de verdachte op de hoogte was van de regels en dat hij niet voldeed aan de vereisten die aan een herstelinrichting zijn gesteld.