ECLI:NL:HR:2002:AD9111

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 april 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C00/129HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • P. Neleman
  • J.B. Fleers
  • H.A.M. Aaftink
  • D.H. Beukenhorst
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van Kora SP ZO.O tegen de Ontvanger van de Belastingdienst

In deze zaak heeft de vennootschap naar Pools recht Kora SP ZO.O, eiseres tot cassatie, de Ontvanger van de Belastingdienst, verweerder in cassatie, gedagvaard in kort geding. Kora vorderde dat de Ontvanger werd veroordeeld om binnen twee dagen na betekening van het vonnis een bedrag van ƒ 15.000,-- terug te betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en daarnaast een schadevergoeding van ƒ 4.265,--, eveneens vermeerderd met wettelijke rente. De President van de Rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft de vordering op 21 september 1999 afgewezen. Kora heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 23 februari 2000 het vonnis van de President heeft bekrachtigd. Kora heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest.

De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense strekte tot verwerping van het beroep. De advocaat van Kora heeft gereageerd op deze conclusie. De Hoge Raad heeft op 12 april 2002 het beroep verworpen en Kora in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De kosten zijn begroot op € 359,48 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling opriepen.

Uitspraak

12 april 2002
Eerste Kamer
Nr. C00/129HR
AP
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
de vennootschap naar Pools recht KORA SP ZO.O, gevestigd te Przemysl, Polen,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST/ ONDERNEMINGEN EINDHOVEN, gevestigd te Eindhoven,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. H.D.O. Blauw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie - verder te noemen: Kora - heeft bij exploit van 10 augustus 1999 verweerder in cassatie - verder te noemen: de Ontvanger - in kort geding gedagvaard voor de President van de Rechtbank te 's-Hertogenbosch en gevorderd bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad de Ontvanger te veroordelen om binnen twee dagen na de betekening van het in deze te wijzen vonnis het reeds uitgewonnen bedrag ad ƒ 15.000,-- aan Kora terug te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente, alsmede te betalen een bedrag van ƒ 4.265,-- ter zake van vergoeding van de door Kora geleden schade, te vermeerderen met de hierover per 17 mei 1999 belopen wettelijke rente.
De Ontvanger heeft de vordering bestreden.
De President heeft bij vonnis van 21 september 1999 het gevorderde afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft Kora hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 23 februari 2000 heeft het Hof het bestreden vonnis bekrachtigd.
Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het Hof heeft Kora beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Ontvanger heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van Kora heeft bij brief van 8 februari 2002 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Kora in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Ontvanger begroot op € 359,48 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst en A. Hammerstein, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 12 april 2002.