ECLI:NL:HR:2002:AD9142
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Wijziging van het gezag over een minderjarig kind na verzoek van de vader
In deze zaak gaat het om een verzoek tot wijziging van het gezag over een minderjarig kind, ingediend door de vader op 14 mei 1998 bij de Kantonrechter te Eindhoven. De Kantonrechter heeft na een tussenbeschikking op 7 juni 1999, waarbij de vader werd belast met het ouderlijk gezag, op 16 oktober 2000 een eindbeschikking gedaan. De moeder, die het niet eens was met deze beslissing, heeft hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te 's-Hertogenbosch. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 februari 2001 heeft de moeder een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. F.A. van der Reijt, wat op 16 maart 2001 door de Rechtbank werd afgewezen. Op 5 april 2001 heeft de Rechtbank de beschikking van de Kantonrechter bekrachtigd. De moeder heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze beschikkingen.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in de cassatiemiddelen zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de moeder dan ook verworpen.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president P. Neleman als voorzitter, samen met de raadsheren J.B. Fleers en P.C. Kop, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein op 5 april 2002.