ECLI:NL:HR:2002:AD9219
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Herziening van een uitspraak van de Kantonrechter inzake verzekeringsplicht motorrijtuigen na uitvoering naar het buitenland
In deze zaak gaat het om een aanvraag tot herziening van een uitspraak van de Kantonrechter te Tiel, die op 26 oktober 1999 een geldboete had opgelegd aan de aanvraagster wegens het niet hebben van een verzekering voor een motorrijtuig. De aanvraagster, geboren in Bosnië in 1968, stelde dat zij het motorrijtuig op 5 november 1997 rechtsgeldig naar Bosnië had uitgevoerd, waardoor zij niet langer als kentekenhouder kon worden aangemerkt en dus geen verzekeringsplicht meer had. De Hoge Raad beoordeelt de aanvraag tot herziening aan de hand van de wettelijke bepalingen van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) en de relevante jurisprudentie.
De Hoge Raad oordeelt dat de aanvraag kennelijk ongegrond is. De wet stelt dat de kentekenhouder verzekeringsplichtig blijft zolang het kenteken geldig is en niet is geschorst. De enkele omstandigheid dat het motorrijtuig naar het buitenland is uitgevoerd, doet de verzekeringsplicht niet vervallen. De Hoge Raad wijst erop dat de aanvraagster niet voldoende heeft onderbouwd waarom zij niet meer als kentekenhouder kan worden aangemerkt. De beslissing van de Kantonrechter wordt bevestigd, en de aanvraag tot herziening wordt afgewezen.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.J.M. Davids als voorzitter, en de raadsheren A.J.A. van Dorst en B.C. de Savornin Lohman, en is uitgesproken op 12 februari 2002.