ECLI:NL:HR:2002:AD9340

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 mei 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C00/256HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • P. Neleman
  • A.E.M. van der Putt-Lauwers
  • A.G. Pos
  • D.H. Beukenhorst
  • P.C. Kop
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over kostenverhaal in exploitatieovereenkomst tussen gemeente en ontwikkelaar

In deze zaak heeft de Gemeente Maasdonk, eiseres tot cassatie, verweerder in cassatie, [verweerder], gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Hertogenbosch. De Gemeente vorderde dat er geen kostenverhaal zou plaatsvinden voor voorzieningen van openbaar nut, zoals vastgelegd in een exploitatieovereenkomst van 5 september 1990. De Rechtbank heeft op 12 december 1997 geoordeeld dat de Gemeente in strijd handelt met deze overeenkomst door aanvullend kostenverhaal te zoeken. De Gemeente ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 23 mei 2000 het vonnis van de Rechtbank vernietigde en oordeelde dat de exploitatieovereenkomst wel degelijk voorziet in kostenverhaal voor de voorzieningen van openbaar nut. De Gemeente heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het Hof.

De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer, die tot verwerping van het beroep strekte, gevolgd. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het beroep van de Gemeente faalt en heeft de Gemeente veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De kosten zijn begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. van der Putt-Lauwers, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein op 3 mei 2002.

Uitspraak

3 mei 2002
Eerste Kamer
Nr. C00/256HR
SB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
DE GEMEENTE MAASDONK, gevestigd te Geffen, gemeente Maasdonk,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. H.A. Groen,
t e g e n
[Verweerder], wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. M.V. Polak.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerder in cassatie - verder te noemen: [verweerder] - heeft bij exploit van 22 december 1995 eiseres tot cassatie - verder te noemen: de Gemeente - gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Hertogenbosch en gevorderd voor recht te verklaren dat de Gemeente naast en/of bovenop en/of in de plaats van het kostenverhaal zoals dit besloten ligt in de op 5 september 1990 tussen [verweerder] en [betrokkene A] en de gemeente Nuland gesloten exploitatieovereenkomst geen verhaal mag plaatsvinden (lees: zoeken) van kosten van voorzieningen van openbaar nut ten aanzien van het perceel waarop de exploitatieovereenkomst van 5 september 1990 betrekking heeft.
De Gemeente heeft de vordering gemotiveerd bestreden.
De Rechtbank heeft bij vonnis van 12 december 1997 voor recht verklaard dat de Gemeente, door aanvullend kostenverhaal te zoeken voor de door haar buiten het perceel van [verweerder] aangelegde voorzieningen, handelt in strijd met de op 5 september 1990 door haar met [verweerder] gesloten exploitatieovereenkomst, en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft de Gemeente hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. [Verweerder] heeft bij memorie van antwoord zijn eis (voorwaardelijk) in dier voege gewijzigd dat hij een verklaring voor recht vordert zoals door de Rechtbank in eerste aanleg uitgesproken.
Bij arrest van 23 mei 2000 heeft het Hof het vonnis waarvan beroep voor wat betreft de daarbij uitgesproken verklaring voor recht vernietigd en in zoverre opnieuw rechtdoende voor recht verklaard dat de exploitatieovereenkomst d.d. 5 september 1990 tussen [verweerder] en [betrokkene A] en de gemeente Nuland voorziet in het kostenverhaal voor de voorzieningen van openbaar nut terzake het exploitatiegebied Heiweg-Noord ten laste van het perceel, (in 1990) kadastraal bekend gemeente Nuland, sectie [...], nummer [0001], en dat de Gemeente ten laste van (enig deel van) vorenbedoeld perceel geen verdere kosten voor vorenbedoelde voorzieningen kan brengen. Het Hof heeft voor het overige het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.
Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het Hof heeft de Gemeente beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
Het middel faalt op de gronden uiteengezet in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 2.3 en 2.4.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de Gemeente in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. van der Putt-Lauwers, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 3 mei 2002.