ECLI:NL:HR:2002:AD9595
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van het vonnis van de Rechtbank te 's-Hertogenbosch inzake hoger beroep door de gemeente Asten
In deze zaak heeft de gemeente Asten, als verweerster in cassatie, eiser opgeroepen voor de Kantonrechter te Helmond met de vordering tot betaling van een bedrag van ƒ 1.402,18, vermeerderd met wettelijke rente en kosten. Eiser heeft de exceptie van onbevoegdheid ingeroepen, waarop de Kantonrechter zich bevoegd verklaarde. In de hoofdzaak heeft de Kantonrechter de vordering afgewezen, wat de gemeente heeft doen besluiten om hoger beroep in te stellen bij de Rechtbank te 's-Hertogenbosch. De Rechtbank heeft de Kantonrechter onbevoegd verklaard en de zaak naar het Gerechtshof verwezen. Eiser heeft cassatie ingesteld tegen het vonnis van de Rechtbank, waarbij verstek is verleend tegen de niet verschenen gemeente.
De Hoge Raad heeft de conclusie van Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent gevolgd, die tot vernietiging van het vonnis van de Rechtbank heeft gestrekt. De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank heeft miskend dat de vordering van de Kantonrechter niet meer bedroeg dan ƒ 2.500,--, waardoor hoger beroep niet openstond. De Hoge Raad heeft de gemeente niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep tegen het vonnis van de Kantonrechter en heeft de gemeente veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep en cassatie.
Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman en P.C. Kop, en openbaar uitgesproken op 19 april 2002.