ECLI:NL:HR:2002:AD9703
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting en lijfrentepolis
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 26 juni 2000, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1995. De aanslag was opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 592.627, waarvan een aanzienlijk deel belast was naar het tarief van artikel 57 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. Na bezwaar tegen de aanslag, handhaafde de Inspecteur deze, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, wat leidde tot het cassatieberoep van belanghebbende.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende, die zijn onderneming had gestaakt en een winst van f 1.078.278 had behaald, in juli 1995 twee lijfrentepolissen had afgesloten. De vraag was of deze polissen voldeden aan de voorwaarden van artikel 45a, lid 5, van de Wet. Het Hof oordeelde dat er sprake was van twee verschillende rechten op lijfrente en dat de polis bij E N.V. niet voldeed aan de gestelde voorwaarden. Hierdoor kon belanghebbende slechts een bedrag van f 357.442 in aanmerking nemen voor de lijfrente.
De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof juist was en dat het middel niet tot cassatie kon leiden. Tevens werd er geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken. De uitspraak van de Hoge Raad werd openbaar gemaakt op 1 maart 2002.