ECLI:NL:HR:2002:AD9898
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- C.B. Bavinck
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en de beoordeling van vertrouwen gewekt door eerdere boekenonderzoeken
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 24 november 2000, betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over de periode van 1 januari 1995 tot en met 31 december 1998. De naheffingsaanslag, die aanvankelijk was opgelegd zonder verhoging, werd na bezwaar door de Inspecteur verminderd tot een bedrag van ƒ 3.671.704. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende een groothandel in elektronica en partijgoederen exploiteert. Tijdens eerdere boekenonderzoeken werd geconstateerd dat belanghebbende omzet had verzwegen en geen omzetbelasting had voldaan. De naheffingsaanslag was het gevolg van een boekenonderzoek in 1999, waarbij diverse correcties waren aangebracht. Het Hof had geoordeeld dat een retourzending van goederen door een Belgische ondernemer aan belanghebbende als een binnenlandse levering moest worden aangemerkt, maar de Hoge Raad oordeelde dat dit niet correct was. De Hoge Raad concludeerde dat belanghebbende geen belasting verschuldigd was en dat de naheffingsaanslag moest worden verminderd.
De Hoge Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en de uitspraak van de Inspecteur, en verminderde de naheffingsaanslag tot ƒ 3.629.555 (€ 1.647.020,25). Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld tot vergoeding van griffierechten en proceskosten aan belanghebbende. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 8 maart 2002.