ECLI:NL:HR:2002:AE0118
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- A.J.A. van Dorst
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een vonnis inzake rijden zonder verzekering
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 april 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht. De verdachte, geboren in 1967 in Somalië, was veroordeeld voor het rijden met een motorrijtuig zonder dat hiervoor een verzekering was afgesloten, in strijd met de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. Het vonnis van de rechtbank was gebaseerd op een ambtsedig proces-verbaal van de politie, waarin werd vastgesteld dat de verdachte op 19 januari 1997 te Nieuwegein met een personenauto zonder verzekering had gereden. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar de rechtbank.
De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank niet voldoende had gemotiveerd waarom de bewezenverklaring van het feit niet in stand kon blijven. De inhoud van een schriftelijke verklaring van de Zwolsche Algemeene Schadeverzekering N.V. gaf aanleiding tot het ernstige vermoeden dat er ten tijde van het bewezenverklaarde feit wel degelijk een verzekering was afgesloten voor het betrokken motorrijtuig. Dit leidde tot de conclusie dat de rechtbank de bewezenverklaring nader had moeten motiveren.
Daarom heeft de Hoge Raad de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar de Rechtbank te Utrecht, zodat deze opnieuw op het bestaande hoger beroep kan worden berecht en afgedaan. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering en de noodzaak voor de rechter om zijn beslissingen adequaat te motiveren, vooral in zaken die betrekking hebben op strafrechtelijke veroordelingen.