ECLI:NL:HR:2002:AE0646
Hoge Raad
- Cassatie
- C.H.M. Jansen
- J.B. Fleers
- A.G. Pos
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over schadevergoeding na tekortkoming in de uitvoering van werkzaamheden
In deze zaak heeft eiseres tot cassatie, vertegenwoordigd door mr. P.J.L.J. Duijsens, verweerster in cassatie, vertegenwoordigd door mr. M.V. Polak, gedagvaard voor de Rechtbank te Roermond. Eiseres vorderde schadevergoeding van verweerster wegens tekortkomingen in de uitvoering van werkzaamheden, specifiek het loslaten van verf op de goten van eiseres. De Rechtbank heeft in een tussenvonnis van 16 juni 1994 een deskundige benoemd en een comparitie van partijen bevolen. Bij eindvonnis van 20 juli 1995 werd verweerster veroordeeld tot vergoeding van 25% van de schade, die nader opgemaakt diende te worden. Eiseres ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waar verweerster incidenteel appel instelde. Het Hof heeft na bewijslevering de zaak op 17 mei 2000 opnieuw beoordeeld en het eerdere vonnis vernietigd, waarbij de vordering van eiseres werd afgewezen. Eiseres heeft cassatie ingesteld tegen de arresten van het Hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal, C.L. de Vries Lentsch-Kostense, gevolgd, die tot niet-ontvankelijkheid van eiseres in haar cassatieberoep adviseerde voor een deel van de vordering. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep in zijn geheel verworpen en eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.