ECLI:NL:HR:2002:AE0801
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over huurovereenkomst en vorderingen in reconventie
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. drs. R.A. van der Hansz, verweerder in cassatie gedagvaard voor de Kantonrechter te Tiel. De vordering van eiser strekte tot ontbinding van de huurovereenkomst en betaling van ƒ 21.250,-- exclusief B.T.W., vermeerderd met wettelijke rente. Verweerder heeft de vordering bestreden en in reconventie een vordering ingesteld tot betaling van ƒ 5.000,--, eveneens vermeerderd met wettelijke rente. De Kantonrechter heeft zich bij vonnis van 18 maart 1998 onbevoegd verklaard en de zaak verwezen naar de Kantonrechter te Gorinchem. Bij eindvonnis van 22 maart 1999 heeft de Kantonrechter te Gorinchem de vordering in conventie grotendeels afgewezen en de vordering in reconventie toegewezen. Eiser heeft hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Dordrecht, waar hij ook een incidentele vordering tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad heeft ingediend. De Rechtbank heeft eiser niet-ontvankelijk verklaard in zijn incidentele vordering en in de hoofdzaak de beslissing aangehouden. Eiser heeft cassatie ingesteld tegen het tussenvonnis van de Rechtbank. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie zijn toegewezen aan verweerder, begroot op € 359,48 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, zonder nadere motivering, aangezien deze klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.