ECLI:NL:HR:2002:AE2190
Hoge Raad
- Cassatie
- C.H.M. Jansen
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over huurpenningen en ontruiming van gehuurde standplaats
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, een rechtspersoonlijkheid bezittende gemeenschappelijke regeling, verweerder in cassatie gedagvaard voor de Kantonrechter te Utrecht. Eiser vorderde onder andere betaling van achterstallige huur en de ontbinding van de huurovereenkomst. De Kantonrechter heeft in een eindvonnis van 28 oktober 1998 de vorderingen van eiser afgewezen en de vordering in reconventie van verweerder buiten behandeling gesteld. Eiser heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Utrecht, waar hij zijn eis heeft vermeerderd. De Rechtbank heeft op 12 april 2000 het vonnis van de Kantonrechter in conventie bekrachtigd, maar het vonnis in reconventie vernietigd en verweerder veroordeeld tot betaling van huurpenningen en voorschotten waterverbruik. Eiser heeft cassatie ingesteld tegen dit vonnis. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de klachten van eiser verworpen, omdat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 359,48 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.H.M. Jansen, J.B. Fleers en P.C. Kop, en openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein op 3 mei 2002.