ECLI:NL:HR:2002:AE3348
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en alimentatiegeschil tussen man en vrouw met betrekking tot minderjarig kind
In deze zaak gaat het om een echtscheiding tussen een man en een vrouw, waarbij ook de alimentatie voor hun minderjarige kind aan de orde is. De vrouw heeft op 5 oktober 1999 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank te Haarlem, waarin zij verzocht om echtscheiding en om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun kind, geboren op [geboortedatum] 1990. De man heeft hierop gereageerd met een verweerschrift en een zelfstandig verzoek, waarin hij onder andere vroeg om het gezag over het kind uitsluitend aan hem toe te kennen.
De Rechtbank heeft op 2 mei 2000 de echtscheiding uitgesproken en bepaald dat de man een bijdrage van ƒ 425,-- per maand moet betalen. De man ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 22 maart 2001 de man niet-ontvankelijk verklaarde in zijn hoger beroep ten aanzien van de echtscheiding en de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding verhoogde naar ƒ 475,-- per maand. De man en de vrouw hebben beide cassatieberoep ingesteld tegen deze beschikking.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 20 september 2002 het principale beroep van de man verworpen, maar het incidentele beroep van de vrouw gegrond verklaard. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het Gerechtshof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het Gerechtshof onvoldoende had gemotiveerd waarom de ingangsdatum van de alimentatie niet eerder kon zijn dan de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking.