ECLI:NL:HR:2002:AE3840
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over niet-ontvankelijkheid van beroep inzake omzetbelasting en termijnoverschrijding
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 9 april 2001, waarin het Hof de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaarde in haar beroep tegen de afwijzing van verzoeken om teruggaaf van omzetbelasting. De belanghebbende had in totaal twee verzoeken ingediend voor teruggaaf van respectievelijk f 199.902 en f 32.289, welke verzoeken door de Inspecteur op 20 november 1998 waren afgewezen. Na bezwaar tegen deze afwijzingen, handhaafde de Inspecteur zijn beslissingen. De belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld bij het Hof, maar werd niet-ontvankelijk verklaard. Dit leidde tot het cassatieberoep.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de termijn voor het instellen van beroep in cassatie niet op de juiste wijze was berekend door het Hof. De Hoge Raad oordeelt dat de termijn voor het instellen van beroep pas begint te lopen na de dagtekening van de uitspraak, tenzij deze dagtekening vóór de bekendmaking van de uitspraak ligt. In dit geval was de bekendmaking van de uitspraken op bezwaar niet op de juiste wijze aangetoond door de Inspecteur, waardoor de beroepstermijn niet was overschreden. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
Daarnaast heeft de Hoge Raad bepaald dat de Staat de kosten van het beroep in cassatie moet vergoeden, inclusief het griffierecht en de kosten voor rechtsbijstand. Dit arrest benadrukt het belang van correcte bekendmaking van belastingbesluiten en de gevolgen daarvan voor de rechtsbescherming van belastingplichtigen.