ECLI:NL:HR:2002:AE4040
Hoge Raad
- Cassatie
- C.H.M. Jansen
- A.G. Pos
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Wijziging van alimentatie en cassatieprocedure
In deze zaak heeft de man, verzoeker tot cassatie, op 14 augustus 2000 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank te Almelo. Hij verzocht om wijziging van de beschikking van het Gerechtshof te Arnhem van 16 september 1997, waarin een alimentatiebijdrage was vastgesteld. De man wilde de bijdrage op nihil stellen of verlagen. De vrouw, verweerster in cassatie, heeft het verzoek bestreden. De Rechtbank heeft op 26 januari 2001 de beschikking van het Hof gewijzigd, waarbij de alimentatie werd vastgesteld op ƒ 680,-- per maand, met uitvoerbaarheid bij voorraad. De vrouw ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te Arnhem, waar zij vroeg om vernietiging van de beschikking van de Rechtbank en een verhoging van de alimentatie naar ƒ 1.500,-- per maand. De man heeft het verzoek van de vrouw bestreden en verzocht om bekrachtiging van de beschikking van de Rechtbank of een lagere bijdrage.
Op 14 augustus 2001 heeft het Gerechtshof de beschikking van de Rechtbank vernietigd en het verzoek van de man tot wijziging van de alimentatie afgewezen. De man heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze beschikking. De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal J. Spier heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De advocaat van de man heeft hierop gereageerd.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak op 12 juli 2002 geoordeeld dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel behoeft geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, en de beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.