ECLI:NL:HR:2002:AE4077

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 oktober 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C02/044HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • J.B. Fleers
  • A.G. Pos
  • P.C. Kop
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwerping van het cassatieberoep inzake de afgifte van goederen door erfgenamen

In deze zaak heeft eiser tot cassatie, [eiser], de erven van wijlen [erflater] gedagvaard voor de Kantonrechter te Bergen op Zoom. De vordering van [eiser] betrof de afgifte van verschillende goederen, waaronder een hometrainer, een damesfiets, een stereotoren en een seniorenstoel, alsook een geldbedrag van ƒ 59,75. De Kantonrechter heeft na een comparitie van partijen en bewijslevering de vordering van [eiser] bij eindvonnis van 7 november 2001 afgewezen. Hierop heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld, waarbij de erven in verstek zijn gegaan.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer, die strekte tot verwerping van het beroep, gevolgd. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie konden leiden, omdat deze geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling aan de orde stelden. Het arrest van de Hoge Raad is op 4 oktober 2002 uitgesproken, waarbij [eiser] in de kosten van het geding in cassatie is veroordeeld, die aan de zijde van de erven zijn begroot op nihil.

Dit arrest is van belang voor de rechtsontwikkeling met betrekking tot de afgifte van goederen door erfgenamen en de mogelijkheden voor cassatie in dergelijke zaken. De uitspraak bevestigt dat niet alle klachten in cassatie leiden tot een heroverweging van de feiten en dat de Hoge Raad zich beperkt tot de beoordeling van rechtsvragen die relevant zijn voor de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

4 oktober 2002
Eerste Kamer
Nr. C02/044HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser], wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. drs. R.A. van der Hansz,
t e g e n
1. [Verweerster 1],
2. [Verweerder 2],
beiden zowel pro se als in hun hoedanigheid van erfgenamen van wijlen [erflater],
beiden wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instantie
Eiser tot cassatie - verder te noemen: [eiser] - heeft bij exploit van 1 december 2000 verweerders in cassatie - verder te noemen: de erven [...] - gedagvaard voor de Kantonrechter te Bergen op Zoom en gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair: de erven [...] te veroordelen om binnen veertien dagen nadat het in deze door de Kantonrechter te wijzen vonnis aan hen zal zijn betekend, aan [eiser] af te geven (a) een hometrainer (waarde ƒ 450,--), (b) een damesfiets (waarde ƒ 200,--), (c) een Aristona stereotoren met CD-speler (waarde ƒ 500,--), (d) een seniorenstoel met stof bekleed (waarde ƒ 500,--), en (e) een bedrag van ƒ 59,75 (pyjama) des dat de een afgifte doet en het bedrag van ƒ 59,75 betaalt, de ander zal zijn bevrijd, met machtiging op [eiser] om bij gebreke van dien, de afgifte zelf te doen bewerkstelligen, desnoods met behulp van de sterke macht;
subsidiair: de erven [...] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen om aan [eiser] de waarde van bovenvermelde goederen, zijnde het bedrag van ƒ 1.650,-- (later verminderd tot een bedrag van ƒ 1.275,--) te betalen en het bedrag van ƒ 59,75 aan [eiser] te restitueren, vermeerderd met de wettelijke rente over voormelde bedragen vanaf de dag der dagvaarding tot die der voldoening.
De erven [...] hebben de vordering bestreden.
De Kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 21 februari 2001 een comparitie van partijen gelast en bij tussenvonnis van 28 maart 2001 [eiser] tot bewijslevering toegelaten. Na enquête en contra-enquête heeft de Kantonrechter bij eindvonnis van 7 november 2001 de primaire en subsidiaire vordering van [eiser] afgewezen.
Het eindvonnis van de Kantonrechter is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het eindvonnis van de Kantonrechter heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de erven [...] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de erven [...] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren J.B. Fleers, als voorzitter, A.G. Pos en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 4 oktober 2002.