ECLI:NL:HR:2002:AE4367
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- J.B. Fleers
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Vordering tot nakoming van een overeenkomst tussen echtgenoten na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een vordering tot nakoming van een overeenkomst die tussen partijen, een man en een vrouw, is gesloten in het kader van hun echtscheiding. De vrouw had de man gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Gravenhage, waarbij de man vorderingen deed op basis van een overeenkomst die op 31 maart 1994 was gesloten. De vrouw had verklaard dat de man recht had op de helft van de netto-opbrengst bij de verkoop van de voormalige echtelijke woning. De man vorderde dat de vrouw zou meewerken aan de nakoming van deze overeenkomst en dat zij hem een bedrag van ƒ 70.430,76 zou betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De vrouw bestreed de vordering en vorderde in reconventie de ontbinding van de overeenkomst, stellende dat deze een schenking betrof en derhalve nietig was.
De Rechtbank oordeelde in eerste instantie in het voordeel van de vrouw, maar het Gerechtshof te 's-Gravenhage vernietigde dit vonnis en veroordeelde de vrouw tot betaling aan de man. De vrouw ging in cassatie tegen dit arrest. De Hoge Raad oordeelde dat de vrouw jegens de man een morele verplichting had om de man te laten profiteren van de waardestijging van de woning, maar dat het Hof een onjuiste rechtsopvatting had toegepast door te stellen dat de vrouw een dringende morele verplichting had om de man de helft van de overwaarde te laten ontvangen. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de complexiteit van de juridische relatie tussen echtgenoten na echtscheiding, vooral met betrekking tot afspraken die zijn gemaakt over de verdeling van vermogen en de gevolgen van dergelijke afspraken. De zaak illustreert ook de rol van natuurlijke verbintenissen en de juridische gevolgen daarvan in het civiele recht.