ECLI:NL:HR:2002:AE4446

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 december 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C00/018HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.E.M. van der Putt-Lauwers
  • H.A.M. Aaftink
  • O. de Savornin Lohman
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over vordering tot inzage in beslagen gelden en reconventionele vordering tot betaling

In deze zaak hebben de verweersters in cassatie, Krovac c.s., Sumo c.s. gedagvaard in kort geding voor de President van de Rechtbank te Assen. Krovac c.s. vorderden inzage in beslagen gelden die door Sumo c.s. zouden zijn gereserveerd. De President heeft de vordering in conventie afgewezen, maar in reconventie een vordering van Krovac c.s. toegewezen. Krovac c.s. hebben vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Leeuwarden, dat hen niet-ontvankelijk verklaarde in hun hoger beroep in conventie, maar de reconventionele vordering gedeeltelijk heeft toegewezen. Sumo c.s. hebben cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen, waarbij de klachten van Sumo c.s. niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft Sumo c.s. in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 729,32 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan op 6 december 2002.

Uitspraak

6 december 2002
Eerste Kamer
Nr. C00/018HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. HOLDING SUMO RECREATIE B.V., en
2. KROVAC EXPLOITATIEMAATSCHAPPIJ B.V.,
beide gevestigd te Geesbrug, gemeente Coevorden,
EISERESSEN tot cassatie,
advocaat: mr. H.A. Groen,
t e g e n
1. KROVAC HOLDING B.V., en
2. KROVAC VASTGOED B.V.
beide gevestigd te Geesbrug, gemeente Coevorden,
VERWEERSTERS in cassatie,
advocaat: mr. V. Kortenbach.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweersters in cassatie - verder te noemen: Krovac c.s. - hebben bij exploiten van 30 juni 1999 eiseressen tot cassatie - verder te noemen: Sumo en Exploitatiemaatschappij dan wel Sumo c.s. - in kort geding gedagvaard voor de President van de Rechtbank te Assen en gevorderd bij vonnis, voorzoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Sumo c.s. te veroordelen binnen 7 dagen, althans binnen een termijn welke de President redelijk en billijk acht, na betekening van het door de President in deze zaak uit te spreken vonnis aan Krovac c.s., des nodig door middel van een door de President aan te wijzen registeraccountant, afdoende inzage te verschaffen in alle daarvoor in aanmerking komende schriftelijke bescheiden, waaruit ontegenzeggelijk blijkt dat de in het lichaam van de dagvaarding bedoelde beslagen gelden ook inderdaad door Sumo c.s. zijn en nog steeds worden gereserveerd, dan wel Krovac c.s. onvoorwaardelijk, des nodig aan een door de President aan te wijzen registeraccountant, volledig inzage in alle daarvoor in aanmerking komende documenten te verlenen waaruit genoegzaam en ontegenzeggelijk blijkt dat Sumo c.s. de in het lichaam van de dagvaarding bedoelde beslagen gelden ook inderdaad hebben gereserveerd en nog reserveren, zulks op straffe van een dwangsom van ƒ 10.000,-- voor elke dag dat Sumo c.s. hiermee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijven, alsmede Sumo c.s. te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder begrepen de kosten van de door de President aan te wijzen registeraccountant als in het petitum van de dagvaarding bedoeld.
Sumo c.s. hebben in conventie de vordering bestreden en in reconventie gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Krovac c.s. - voor zover in cassatie nog van belang - te veroordelen om aan Exploitatiemaatschappij te betalen een bedrag van ƒ 55.778,44.
Krovac c.s. hebben de reconventionele vordering bestreden.
De President heeft bij vonnis van 13 juli 1999 in conventie de gevraagde voorziening afgewezen en in reconventie de in cassatie nog van belang zijnde vordering toegewezen.
Tegen dit in conventie en reconventie gewezen vonnis hebben Krovac c.s. hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Leeuwarden.
Bij arrest van 10 november 1999 heeft het Hof Krovac c.s. niet-ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep tegen het beroepen vonnis, voorzover dat in conventie is gewezen, in reconventie het beroepen vonnis vernietigd, voorzover Krovac c.s. daarbij zijn veroordeeld om binnen acht dagen na betekening van het vonnis aan Exploitatiemaatschappij te betalen het bedrag van ƒ 55.778,44 en voorzover Krovac c.s. zijn veroordeeld in de kosten van dat geding, en, in zoverre opnieuw rechtdoende, het betreffende onderdeel van de vordering afgewezen en ieder der partijen belast met de eigen kosten in reconventie in eerste aanleg. Het Hof heeft het beroepen vonnis in reconventie voor het overige bekrachtigd en ieder der partijen met de eigen kosten in hoger beroep belast.
Het arrest van het Hof van is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het Hof hebben Sumo c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Krovac c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Sumo c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Krovac c.s. begroot op € 729,32 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.E.M. van der Putt-Lauwers, als voorzitter, H.A.M. Aaftink en O. de Savornin Lohman, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 6 december 2002.