ECLI:NL:HR:2002:AE4549

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 oktober 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R01/133HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • J.B. Fleers
  • A.G. Pos
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over curatele en bewindvoering in familiezaken

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 oktober 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de curatele en bewindvoering van een persoon, aangeduid als [verweerster]. Het verzoek tot curatele werd ingediend door [betrokkene 2], een familielid van [verweerster], bij de Rechtbank te Amsterdam op 12 juni 2001. De Rechtbank heeft op 18 juli 2001 [verzoeker] benoemd tot provisioneel bewindvoerder over de goederen van [verweerster]. Hiertegen heeft [verweerster] hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 22 november 2001 de beschikking van de Rechtbank heeft vernietigd en het verzoek van [betrokkene 2] heeft afgewezen.

[Verzoeker] heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de beschikking van het Hof. In de cassatieprocedure heeft [verweerster] verzocht om [verzoeker] niet-ontvankelijk te verklaren in zijn cassatieberoep, of dit beroep in cassatie te verwerpen. De Advocaat-Generaal J.K. Moltmaker heeft in zijn conclusie geadviseerd om [verzoeker] niet-ontvankelijk te verklaren.

De Hoge Raad heeft de klachten van [verzoeker] in zijn cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoeven, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van [verzoeker] dan ook verworpen, waarmee de beslissing van het Gerechtshof in stand blijft.

Uitspraak

4 oktober 2002
Eerste Kamer
Rek.nr. R01/133HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker], in zijn hoedanigheid van (gewezen) provisioneel bewindvoerder van [verweerster], wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. A.B. Baumgarten,
t e g e n
[Verweerster], voor zich alsmede met toestemming van [betrokkene 1], in zijn hoedanigheid van curator van [verweerster],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. F. van Gelein Vitringa.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 12 juni 2001 ter griffie van de Rechtbank te Amsterdam ingekomen verzoekschrift heeft [betrokkene 2], wonende te [woonplaats], een vijfdegraads familielid en zoon van een vooroverleden neef van verweerster in cassatie - verder te noemen: [verweerster] - zich gewend tot die Rechtbank en verzocht [verweerster] onder curatele te stellen en voorts - in afwachting van de beslissing op dit verzoek - een provisioneel bewindvoerder over de goederen van [verweerster] te benoemen.
De Rechtbank heeft bij beschikking van 18 juli 2001 verzoeker tot cassatie - verder te noemen: [verzoeker] - met ingang van de datum van deze beschikking benoemd tot provisioneel bewindvoerder over alle goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan [verweerster].
Tegen deze beschikking heeft [verweerster] hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam.
Bij beschikking van 22 november 2001 heeft het Hof de beschikking waarvan beroep vernietigd, het inleidend verzoek, voorzover aan 's Hofs oordeel onderworpen, alsnog afgewezen, en tevens het meer of anders verzochte afgewezen.
De beschikking van het Hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het Hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster] heeft verzocht [verzoeker] niet-ontvankelijk te verklaren in zijn cassatieberoep, althans dit beroep in cassatie te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal in buitengewone dienst J.K. Moltmaker strekt tot niet-ontvankelijk-verklaring van [verzoeker] in zijn beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren J.B. Fleers, als voorzitter, A.G. Pos en A. Hammerstein, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 4 oktober 2002.