ECLI:NL:HR:2002:AE4551
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie over wijziging van eis en verwerping van beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 oktober 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De zaak betreft een geschil tussen [eiser] en [verweerder] over een vermeerdering van eis na verwijzing door de Hoge Raad. De Hoge Raad verwijst naar zijn eerdere arrest van 2 oktober 1998, waarin het arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 18 december 1996 werd vernietigd en de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem werd verwezen voor verdere behandeling.
Na de verwijzing heeft [eiser] zijn vordering vermeerderd tot een bedrag van ƒ 293.030,60, inclusief rente en kosten. [verweerder] heeft zich tegen deze vermeerdering verzet, maar het Hof heeft dit verzet ongegrond verklaard. Vervolgens heeft het Hof op 24 juli 2001 het vonnis van de Rechtbank te Breda van 4 oktober 1994 vernietigd en [verweerder] veroordeeld tot betaling van ƒ 47.730,60, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 25 november 1994. Het Hof heeft het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft [eiser] cassatie ingesteld. De Advocaat-Generaal F.B. Bakels heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met veroordeling van [eiser] in de kosten. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 3.529,14 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De in de middelen aangevoerde klachten konden niet tot cassatie leiden, en verdere motivering was niet nodig volgens artikel 81 RO.