ECLI:NL:HR:2002:AE5589
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof te 's-Hertogenbosch inzake vals aangiftebiljet voor recht van successie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 oktober 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1951 en wonende te [woonplaats], was eerder door de Arrondissementsrechtbank te Maastricht vrijgesproken van een primair tenlastegelegde straf, maar was wel veroordeeld voor het subsidiair tenlastegelegde feit van opzettelijk gebruik maken van een vals aangiftebiljet voor het recht van successie. Dit aangiftebiljet was ingediend bij de Belastingdienst en bevatte onjuiste informatie over schenkingen die niet hadden plaatsgevonden binnen de gestelde termijn voor het overlijden van de betrokkene.
De Hoge Raad heeft de zaak in cassatie beoordeeld, waarbij de advocaat van de verdachte, mr. J.L.E. Marchal, een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal, Wortel, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het Hof het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk had moeten verklaren in de vervolging, omdat de verdachte zich zou hebben moeten beroepen op artikel 69, vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), dat de strafvervolging op grond van artikel 225, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht uitsluit.
De Hoge Raad oordeelde echter dat het Hof geen onjuiste rechtsopvatting had gehanteerd en dat de vervolging op basis van artikel 225, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht gerechtvaardigd was. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat het middel niet tot cassatie kon leiden en er geen grond was voor ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak. De beslissing van de Hoge Raad bevestigde daarmee de eerdere veroordeling van de verdachte tot zes maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en een geldboete van tienduizend gulden, subsidiair honderd dagen hechtenis.