3.3. Voorts heeft de Rechtbank het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van het ter terechtzitting in hoger beroep gevoerde verweer dat vorenbedoelde advertenties en advertorials geen reclame vormen in de zin van art. 5, aanhef en onder a van het Reclamebesluit geneesmiddelen:
"Ingevolge van artikel 5, aanhef en onder a van het Reclamebesluit geneesmiddelen is tot het publiek gerichte reclame verboden voor geneesmiddelen die uitsluitend op recept mogen worden afgeleverd. Het Reclamebesluit geneesmiddelen is een regeling als bedoeld in artikel 26 van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening, en overtreding van het Reclamebesluit geneesmiddelen is als overtreding strafbaar gesteld in artikel 31 van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening.
In artikel 1, lid 1, onder a van het Reclamebesluit geneesmiddelen staat dat onder 'reclame' in de zin van het Reclamebesluit moet worden verstaan: "Alle vormen van colportage, marktverkenning of stimulering die bedoeld zijn om de verkoop, het afleveren, het voorschrijven of het verbruik van geneesmiddelen te bevorderen." De advertorials en de advertenties die [verdachte] heeft doen publiceren moeten naar het oordeel van de rechtbank worden aangemerkt als reclame in evenbedoelde zin.
[Verdachte] heeft het middel Xenical, bedoeld ter ondersteuning bij het vermageren, op de markt gebracht. Voor de introductie van het geneesmiddel is een campagne ontworpen die is neergelegd in een marketingplan dat onder meer voorzag in het aansporen van de consument opdat hij of zij zijn of haar huisarts zou verzoeken het middel voor te schrijven. De advertorials en de advertenties bevatten steeds een verwijzing naar Xenical en verwezen wordt naar een telefonische informatielijn.
Naar het oordeel van de rechtbank is deze wijze van adverteren, mede in aanmerking genomen het marketingplan van [verdachte] ten aanzien van de introductie van Xenical, een vorm van stimulering van het publiek die is bedoeld om de verkoop, het voorschrijven en het verbruik van het middel Xenical te vergroten. [Verdachte] heeft er immers voor gekozen het in de advertenties en de advertorials voorgespiegelde mogelijke resultaat van vermageren te verbinden aan haar bedrijfsnaam en aan informatie over Xenical die te vinden is op haar website. Juist omdat het geneesmiddel alleen op recept verkrijgbaar is, is belangrijk dat de kijkers [de Hoge Raad leest: lezers] beseffen dat het middel via de huisarts verkrijgbaar is en dat zij dus eerst naar de huisarts moeten gaan.
Het verweer van [verdachte] dat de advertenties en advertorials voorlichtend van aard zijn en informatief zijn bedoeld, namelijk om degenen die willen afvallen te laten weten dat met professionele begeleiding er een (grotere) kans bestaat op het daadwerkelijk vermageren, waarmee de advertenties en advertorials zouden moeten worden gerekend tot de vormen van informatieverstrekking die door de Reclamerichtlijn (92/28/EEG waarvan het Reclamebesluit een uitwerking is) zijn uitgezonderd van het toepassingsgebied van de Richtlijn - welke informatieverstrekking zou vallen onder de bescherming van artikel 7, lid 1 Grondwet en artikel 10, lid 1, EVRM, zoals door de raadsman van [verdachte] is betoogd - wordt hiermee door de rechtbank verworpen.
Blijkens artikel 1, lid 4 van de Reclamerichtlijn gaat het dan immers om "informatie betreffende de volksgezondheid of menselijke ziekten, voorzover die geen verwijzing, zelfs niet indirect, naar een geneesmiddel bevat. De wetgever heeft zich rekenschap gegeven van die uitzonderingen. In de Nota van Toelichting bij het Reclamebesluit Geneesmiddelen staat dan ook dat in de Richtlijn enkele activiteiten worden aangeduid waarop de reclameregels niet van toepassing worden verklaard, waarbij het gaat om het verschaffen van informatie, documentatie niet met de bedoeling om reclame te maken voor geneesmiddelen, maar om voorlichting te geven. Onder 'voorlichting' wordt in de Nota van Toelichting - voorzover hier relevant - verstaan: informatie, algemeen of technisch van aard, die zich bepaalt tot het vermelden van feiten die relevant kunnen zijn voor mensen die zich bekommeren om hun gezondheid en het gebruik van geneesmiddelen. De advertenties en advertorials die [verdachte] heeft doen publiceren en verspreiden zijn naar het oordeel van de rechtbank niet informatief van aard, in die zin dat daarvan niet kan worden gezegd dat daarin informatie wordt verstrekt, algemeen of technisch van aard, over feiten die relevant kunnen zijn voor mensen die zich bekommeren om hun gezondheid.
Nu de advertenties en advertorials voorts naar hun aard 'tot het publiek gericht' zijn in de zin van artikel 5 van het Reclamebesluit geneesmiddelen en de advertenties en advertorials naar moet worden aangenomen zijn bedoeld om de verkoop, het voorschrijven en het verbruik van een geneesmiddel dat uitsluitend op recept verkrijgbaar is te bevorderen, heeft [verdachte] het in artikel 5 van het Reclamebesluit geneesmiddelen neergelegd verbod overtreden."