ECLI:NL:HR:2002:AE7253
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.G. Pos
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en alimentatiegeschil tussen man en vrouw
In deze zaak heeft de vrouw op 17 februari 2000 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank te Utrecht met het verzoek om echtscheiding en een alimentatie van ƒ 2.500,-- per maand van de man. De Rechtbank heeft op 19 juli 2000 de echtscheiding uitgesproken en het alimentatieverzoek toegewezen. De man heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, waarbij hij de alimentatie wilde verlagen naar ƒ 1.000,-- per maand. De vrouw heeft incidenteel appel ingesteld en vroeg om een hogere alimentatie van ƒ 2.998,-- bruto per maand, met aanvullende verzoeken met betrekking tot de hypothecaire lasten en een toekomstige uitkering van ƒ 3.996,-- bruto per maand.
Het Gerechtshof heeft op 24 januari 2002 de beschikking van de Rechtbank vernietigd en de alimentatie vastgesteld op € 1.364,-- per maand, terwijl het overige verzoek van de man werd afgewezen. De man heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze beschikking. De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft op 18 oktober 2002 de zaak beoordeeld. De klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, konden niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen.