ECLI:NL:HR:2002:AE8133

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 september 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R01/142HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R. Herrmann
  • H.A.M. Aaftink
  • D.H. Beukenhorst
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen beschikking inzake deskundigenbericht en kostenveroordeling

In deze zaak heeft verzoeker tot cassatie, [verzoeker], op 5 januari 2001 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank te Middelburg. Hij verzocht om te bepalen dat aan hem geen voorschot zou worden opgelegd voor de kosten van een deskundigenbericht dat door de Rechtbank was bevolen in een eerdere beschikking van 20 oktober 1999. De Rechtbank heeft op 7 maart 2001 het verzoek van [verzoeker] afgewezen. Hierop heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 1 november 2001 de beschikking van de Rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft [verzoeker] cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [verzoeker] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerders in cassatie zijn begroot op nihil. De beschikking is openbaar uitgesproken op 27 september 2002 door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst en A. Hammerstein.

Uitspraak

27 september 2002
Eerste Kamer
Rek.nr. R01/142HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker], wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. R.A. van der Hansz,
t e g e n
1. [Verweerster 1], wonende te [woonplaats],
2. [Verweerster 2], wonende te [woonplaats],
3. [Verweerder 3], wonende te [woonplaats],
4. [Verweerster 4], wonende te [woonplaats],
5. [Verweerder 5], wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 5 januari 2001 ter griffie van de Rechtbank te Middelburg ingekomen verzoekschrift heeft verzoeker tot cassatie - verder te noemen: [verzoeker] - zich gewend tot die Rechtbank en verzocht nader te bepalen dat aan hem geen voorschot wordt opgelegd ter zake van de kosten verbonden aan het door deze Rechtbank bij beschikking van 20 oktober 1999 bevolen deskundigenbericht.
Verweerders in cassatie - verder te noemen: [verweerder] c.s. - hebben een verweerschrift ingediend.
De Rechtbank heeft bij beschikking van 7 maart 2001 het verzoek afgewezen.
Tegen deze beschikking heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij beschikking van 1 november 2001 heeft het Hof de beschikking van de Rechtbank te Middelburg van 7 maart 2001 bekrachtigd.
De beschikking van het Hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het Hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] c.s. hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] c.s. begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink en D.H. Beukenhorst, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 27 september 2002.