ECLI:NL:HR:2002:AE8372
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak College van Beroep voor het bedrijfsleven inzake energie-investeringsaftrek
In deze zaak heeft belanghebbende, X N.V., een bezwaarschrift ingediend tegen een verklaring van de Minister van Economische Zaken over investeringen die van belang zijn voor een doelmatig gebruik van energie, zoals bedoeld in de Wet op de inkomstenbelasting 1964. De Minister heeft het bezwaar op 29 juni 1999 afgewezen, waarna belanghebbende beroep heeft ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het College heeft het beroep ongegrond verklaard, wat leidde tot cassatie door belanghebbende.
De Hoge Raad behandelt de cassatiegronden, waarbij het eerste middel zich richt op de bevoegdheid van de Minister om te beoordelen of de energie-investering tijdig is aangemeld. De Hoge Raad oordeelt dat dit middel niet kan leiden tot cassatie, omdat het niet ingaat op de schending of verkeerde toepassing van de relevante wettelijke bepalingen. Het tweede middel betreft een motiveringsklacht over het oordeel van het College dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat de investeringsverplichtingen zijn aangegaan na 19 maart 1998. Ook dit middel kan niet tot cassatie leiden.
De Hoge Raad concludeert dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten en verklaart het beroep ongegrond. Dit arrest is uitgesproken op 4 oktober 2002 door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.