ECLI:NL:HR:2002:AE8466
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en ouderlijk gezag in cassatie
In deze zaak heeft de man, verzoeker tot cassatie, op 10 november 1998 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank te Zutphen. Hij verzocht om echtscheiding van de vrouw, alsook om alleen het ouderlijk gezag over hun minderjarige zoon. De vrouw heeft deze verzoeken bestreden en zelf verzocht om alleen het ouderlijk gezag en om een bijdrage van de man in de kosten van verzorging en opvoeding van de zoon. De Rechtbank heeft op 27 januari 2000 de echtscheiding uitgesproken, maar de behandeling van het gezag en de bijdrage in de kosten geschorst, en de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om advies. Na rapportage heeft de Rechtbank op 7 september 2000 bepaald dat de zoon bij de vrouw zal wonen en dat de man recht heeft op omgang met de zoon. Tevens is bepaald dat de man een bijdrage van ƒ 500,-- per maand aan de vrouw zal betalen. De man heeft hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem, dat op 3 april 2001 de beschikking van de Rechtbank heeft bekrachtigd. Hierop heeft de man cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de klachten van de man in het cassatiemiddel niet gegrond verklaard, en heeft het beroep verworpen. De beslissing is gegeven door vice-president P. Neleman en de raadsheren A. Hammerstein en P.C. Kop, en is openbaar uitgesproken op 15 november 2002.