ECLI:NL:HR:2002:AE8773
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Verduistering van een personenauto en de beoordeling van eigendomsoverdracht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 november 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte was eerder door het Hof veroordeeld voor het medeplegen van verduistering van een personenauto, een Mercedes, die toebehoorde aan [betrokkene 1]. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 17 april 1999 heeft de verdachte samen met een medeverdachte de auto wederrechtelijk toegeëigend. De verdachte had de intentie om de auto te kopen, maar heeft deze zonder betaling meegenomen. De verklaringen van de benadeelde partij en een getuige, [betrokkene 2], ondersteunen de beschuldigingen. Het Hof heeft de verdachte veroordeeld tot het verrichten van onbetaalde arbeid ten behoeve van de gemeenschap, in plaats van een gevangenisstraf. De verdachte heeft cassatie ingesteld, waarbij hij aanvoerde dat de bewezenverklaring ontoereikend was gemotiveerd, omdat de auto aan hem in eigendom toebehoorde. De Hoge Raad heeft deze klacht verworpen, oordelend dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de auto op het moment van de verduistering aan [betrokkene 1] toebehoorde en dat de verdachte deze wederrechtelijk heeft toegeëigend. De Hoge Raad concludeert dat de middelen van de verdachte niet tot cassatie kunnen leiden en verwerpt het beroep.