ECLI:NL:HR:2002:AE8821
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- A.J.A. van Dorst
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Uitlevering van een persoon op basis van dubbele strafbaarheid met betrekking tot beledigende uitlatingen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank te Rotterdam, die op 3 mei 2002 een uitleveringsverzoek van Duitsland heeft beoordeeld. De opgeëiste persoon, geboren in Duitsland in 1976, werd verdacht van het in zijn bezit hebben van CD's met beledigende uitlatingen. De Rechtbank verklaarde de uitlevering deels toelaatbaar en deels ontoelaatbaar. Het beroep in cassatie is ingesteld door de opgeëiste persoon, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.J. Baumgardt. De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de Rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de dubbele strafbaarheid aanwezig is. De feiten waarvoor uitlevering wordt verzocht, zijn zowel naar Duits als naar Nederlands recht strafbaar. De Rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon op 15 september 2000 in Nederland werd gecontroleerd en in zijn voertuig 15 CD's met beledigende inhoud bij zich had. Bij een huiszoeking op 19 oktober 2000 werden nog eens vier CD-boekjes en vijftig CD-doosjes aangetroffen.
De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank niet onjuist heeft geoordeeld over de dubbele strafbaarheid en dat het uitleveringsverzoek op juiste gronden is beoordeeld. De klachten van de opgeëiste persoon in het cassatieberoep zijn ongegrond bevonden. De Hoge Raad verwerpt het beroep, wat betekent dat de uitspraak van de Rechtbank in stand blijft en de uitlevering kan plaatsvinden.