Verweerster in cassatie - verder te noemen: de vrouw - heeft bij exploit van 3 maart 1997 (rolnr. 35147/HA ZA 97-424) eiser tot cassatie - verder te noemen: de man - gedagvaard voor de Rechtbank te Haarlem en - kort gezegd - gevorderd primair de man te veroordelen dat hij op straffe van verbeurte van een dwangsom van ƒ 5.000,-- per dag eraan meewerkt dat na te noemen rekeningen bij de ING Bank N.V. ten name van de vrouw worden gesteld, subsidiair de man te veroordelen tot betaling aan de vrouw van een bedrag van ƒ 115.000,-- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening.
De vrouw heeft bij exploit van 3 maart 1997 (rolnr. 35149/HA ZA 97-425) de man gedagvaard voor de Rechtbank te Haarlem en - kort gezegd - gevorderd de man te veroordelen om binnen vijf dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis na te noemen automobielen afgeeft aan de vrouw op verbeurte van een dwangsom van ƒ 5.000,-- per dag per automobiel.
De man heeft een incidentele conclusie tot voeging van beide procedures genomen.
Na verweer van de kant van de vrouw heeft de Rechtbank bij vonnis van 18 november 1997 in het incident wegens verknochtheid de voeging van beide voornoemde zaken bevolen en in de hoofdzaak de gevoegde zaken naar de rol verwezen voor voortprocederen.
Bij conclusie van repliek heeft de vrouw haar eis gewijzigd en vermeerderd en gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. de man te veroordelen om binnen vijf dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis de automobielen (1) MG A met kenteken [AA-00-00], (b) Jaguar XK 150 zonder kenteken, met chassisnummer [001], en (3) MG B Gt met kenteken [00-00-BB] met afgifte aan de vrouw van de sleutels en alle op de betreffende automobielen betrekking hebbende bescheiden, ter vrije beschikking van de vrouw te stellen, zulks op verbeurte van een dwangsom van ƒ 5.000,-- per dag per automobiel voor elke dag, dat de man na het verstrijken van vorengenoemde termijn van vijf dagen na de betekening van het te dezen te wijzen vonnis nalatig blijft met de betreffende afgifte, met veroordeling van de man in de kosten van dit geding;
II. primair: de man te veroordelen binnen vijf dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis op straffe van verbeurte van een dwangsom van ƒ 5.000,-- per dag voor elke dag na het verstrijken van een termijn van vijf dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis, dat de man in gebreke blijft, eraan mee te werken dat de rekeningen met de nummers [002] en [003] bij de ING Bank N.V. ten name van de vrouw worden gesteld, subsidiair de man te veroordelen tot betaling aan de vrouw van een bedrag van ƒ 111.078,30, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 maart 1997 tot de dag der voldoening;
III. de man te veroordelen tot betaling van primair ƒ 30.212,--, subsidiair ƒ 45.212,--;
IV. de man te veroordelen tot betaling van ƒ 17.585,57;
V. de man openheid van zaken te bevelen met betrekking tot twee polissen met lijfrenteclausules bij Nationale-Nederlanden gesloten (polisnummers [004] en [005]) en een polis bij Delta Lloyd;
VI. de man te veroordelen tot afgifte van de roerende zaken die bij de man nog van de vrouw onder zich heeft, althans in zijn macht heeft;
VII. de man te bevelen dat hij op basis van de Wet verevening pensioenrechten zal overgaan tot afrekening van de opgebouwde pensioenrechten, respectievelijk dat de man de vrouw in dat kader van alle informatie zal voorzien;
VIII. de man te veroordelen in de kosten van het geding waaronder begrepen de kosten van het ten verzoeke van de vrouw en ten laste van de man gelegde conservatoire beslag tot afgifte.