ECLI:NL:HR:2003:AE8752
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Jurisdictiegeschil inzake onroerendezaakbelastingen en de toepassing van de zalmsnip
In deze zaak gaat het om een jurisdictiegeschil tussen de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden en het Gerechtshof te Leeuwarden, naar aanleiding van aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor de jaren 1998 en 1999 die zijn opgelegd aan belanghebbende, eigenaar en gebruiker van een recreatiebungalow aan de a-straat 1 te Q. De gemeente Ameland had deze aanslagen opgelegd zonder de voorgeschreven vermindering van ƒ 100, de zogenaamde 'zalmsnip', toe te passen, zoals vastgelegd in artikel 229d, lid 1, van de Gemeentewet. Belanghebbende heeft op 23 februari 1999 verzocht om toekenning van deze vermindering, maar dit verzoek werd op 24 augustus 1999 door het hoofd van de afdeling Middelen van de gemeente afgewezen.
Na een reeks van procedures, waarbij belanghebbende in beroep ging bij het Hof en later bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, werd de uitspraak van het Hof op 15 februari 2000 als onbevoegd verklaard. De rechtbank te Leeuwarden verklaarde zich ook onbevoegd, waarna belanghebbende hoger beroep instelde. De Raad van State bevestigde de eerdere uitspraak, maar de Hoge Raad werd uiteindelijk verzocht om het jurisdictiegeschil te beslechten.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hoofd de aanvraag van belanghebbende ten onrechte had aangemerkt als een verzoek op basis van artikel 242 van de Gemeentewet, en dat het Hoofd in plaats daarvan afzonderlijke uitspraken had moeten doen op de bezwaren van belanghebbende. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en wees het Gerechtshof te Leeuwarden aan als de bevoegde rechter om het geschil over de lastenvermindering van ƒ 100 te behandelen. Dit arrest benadrukt de noodzaak van correcte procedurele behandeling van belastingverzoeken en de rol van de Hoge Raad in het oplossen van jurisdictiegeschillen.