ECLI:NL:HR:2003:AE9642
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- A.J.A. van Dorst
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van beschikking inzake beklag tot teruggave van geldbedragen
Op 4 februari 2003 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch, gedateerd 19 juni 2001. De zaak betreft een beklag van klaagster, geboren in 1951, die verzocht om teruggave van geldbedragen die in de beschikking waren omschreven. Klaagster heeft het beroep ingesteld via haar advocaat, mr. K.D.M. Schepers, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden beschikking zal vernietigen en de zaak zal verwijzen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de behandeling van het klaagschrift niet in het openbaar heeft plaatsgevonden, wat in strijd is met artikel 552a, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering. Dit artikel vereist dat de behandeling van een klaagschrift openbaar is, tenzij de raadkamer dit anders heeft bevolen. In dit geval bleek uit het proces-verbaal dat de behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden zonder dat er een geldig bevel voor was gegeven. De Hoge Raad concludeert dat de niet-naleving van dit voorschrift leidt tot de nietigheid van de behandeling en de daaropvolgende beschikking.
De Hoge Raad heeft daarom de bestreden beschikking vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling. De overige middelen van cassatie behoefden geen bespreking, aangezien de gegrondheid van het tweede middel al voldoende was om de beschikking te vernietigen. De uitspraak is gedaan in raadkamer en openbaar uitgesproken op dezelfde datum.