ECLI:NL:HR:2003:AF0141
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ontruiming van bedrijfsruimte in Amsterdam
In deze zaak heeft verweerster in cassatie, niet verschenen, op 17 februari 2000 eiseres tot cassatie en een aantal medebewoners gedagvaard voor de President van de Rechtbank te Amsterdam. Verweerster vorderde bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, dat eiseres en de medebewoners binnen 2 x 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis de bedrijfsruimte op de parterre en het souterrain van het registergoed gelegen aan de [a-straat 1] in Amsterdam zouden ontruimen. Eiseres diende de sleutels ter beschikking te stellen en mocht de ontruiming, indien nodig, zelf uitvoeren met behulp van de sterke arm. De President van de Rechtbank heeft op 9 maart 2000 de gevraagde voorziening geweigerd. Hierop heeft verweerster hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 22 maart 2001 het vonnis van de President heeft vernietigd en de gevraagde voorziening alsnog heeft toegewezen.
Eiseres heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 17 januari 2003 het beroep verworpen en eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op nihil aan de zijde van verweerster. De Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden en dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.