ECLI:NL:HR:2003:AF0217
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van alimentatiebeschikking en verwijzing naar ander hof
In deze zaak heeft de man, verzoeker tot cassatie, een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank te Breda om de eerdere alimentatiebeschikkingen van de rechtbank te 's-Gravenhage en het gerechtshof te 's-Gravenhage te vernietigen. De man verzocht om te bepalen dat hij geen alimentatie verschuldigd is voor zijn minderjarige kinderen over de periode van 8 oktober 1996 tot 1 januari 1998. De vrouw, verweerster in cassatie, heeft het verzoek bestreden. De Rechtbank heeft het verzoek van de man afgewezen in een beschikking van 12 maart 2001, waarop de man hoger beroep heeft ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof bekrachtigde de beschikking van de Rechtbank en wees het verzoek van de man af in een beschikking van 26 februari 2002. De man heeft vervolgens cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 10 januari 2003 de beschikking van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch vernietigd. De Hoge Raad oordeelde dat de eerdere uitspraken van de rechtbank en het hof niet aan de wettelijke maatstaven voldeden, omdat de man had gesteld dat hij in de betreffende periode geen draagkracht had om alimentatie te betalen. De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling en beslissing. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekte tot vernietiging van de bestreden beschikking en verwijzing naar een ander hof, wat door de Hoge Raad is gevolgd. De vrouw is in cassatie niet verschenen, en de uitspraak is openbaar uitgesproken door de vice-president en raadsheren van de Hoge Raad.