ECLI:NL:HR:2003:AF0692
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van curator en advocatenkantoor in faillissement
In deze zaak heeft eiseres tot cassatie, [eiseres], verweerster in cassatie, [verweerster], en de curator gedagvaard voor de Rechtbank te Utrecht. Eiseres vorderde een verklaring voor recht dat de curator toerekenbaar onrechtmatig heeft gehandeld, wat heeft geleid tot schade van ƒ 231.396,30, plus wettelijke rente. De Rechtbank heeft op 17 maart 1999 de curator en [verweerster] hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van ƒ 179.280,29, vermeerderd met wettelijke rente. [Verweerster] heeft hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 1 februari 2001 het vonnis van de Rechtbank heeft vernietigd en de vordering van [eiseres] tegen [verweerster] heeft afgewezen. Eiseres heeft cassatie ingesteld tegen deze arresten van het Hof.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 10 januari 2003 geoordeeld dat de curator niet naast [verweerster] aansprakelijk is jegens [eiseres]. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de curator, hoewel hij als advocaat werkzaam was, niet optrad als beoefenaar van dat beroep bij het vervullen van zijn taak als curator. De benoeming tot curator is een persoonlijke benoeming, en de aansprakelijkheid van de curator is niet automatisch over te dragen aan [verweerster]. De Hoge Raad heeft het arrest van het Hof vernietigd voor zover het betreft de proceskosten in eerste aanleg en heeft [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.
De zaak benadrukt de scheiding tussen de verantwoordelijkheden van een curator en de rol van een advocatenkantoor, en bevestigt dat de curator zelfstandig handelt onder toezicht van de rechter-commissaris. De Hoge Raad heeft de eerdere oordelen van het Hof bevestigd en de vorderingen van [eiseres] afgewezen, met uitzondering van de kostenveroordeling in eerste aanleg.