ECLI:NL:HR:2003:AF1588
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van aanzeggingen in cassatie wegens nietigheid van betekening
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 januari 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Arnhem. De verdachte, geboren in 1963 en destijds gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'De Berg' te Arnhem, had beroep in cassatie ingesteld tegen een bij verstek gewezen vonnis van de Politierechter van 29 september 2000. De advocaat van de verdachte, mr. A.F.M. van Vlijmen, had een middel van cassatie voorgesteld. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal Jörg gevolgd, die stelde dat de bestreden uitspraak vernietigd moest worden en dat de aanzeggingen van de verdachte om te verschijnen voor de terechtzitting van de Politierechter nietig verklaard moesten worden.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de aanzegging in zaak A niet op de juiste wijze was betekend, aangezien het adres van de verdachte bekend was op het moment van de uitreiking. Dit leidde tot de conclusie dat de Politierechter onterecht had geoordeeld dat de betekening geldig was. Evenzo was de aanzegging in zaak B niet correct betekend, omdat deze niet aan de feitelijke woon- of verblijfplaats van de verdachte was gedaan. De Hoge Raad oordeelde dat de aanzegging in strijd was met de wet, waardoor deze nietig verklaard moest worden.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en bepaald dat de Politierechter een nieuwe rechtsdag moet bepalen voor de behandeling van het verzet tegen de verstekvonnissen in de zaken A en B. De Officier van Justitie moet de verdachte op de juiste wijze aanzeggen voor deze behandeling, conform de wettelijke voorschriften. Dit arrest benadrukt het belang van correcte betekening in het strafproces en de rechten van de verdachte.