ECLI:NL:HR:2003:AF1792
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Verwerping van cassatie door de Hoge Raad in een civiele zaak betreffende schadevergoeding
In deze zaak hebben eisers tot cassatie, [Eiser 1] en [Eiseres 2], op 21 november 1997 verweerders in cassatie, Academisch Ziekenhuis Rotterdam (AZR) en [Verweerder 2], gedagvaard voor de Rechtbank te Rotterdam. De eisers vorderden schadevergoeding van de verweerders, die zij beschuldigden van wanprestatie en/of onrechtmatige daad. De Rechtbank heeft op 24 september 1998 de vordering afgewezen. Hierop hebben de eisers hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 28 februari 2001 het vonnis van de Rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest hebben de eisers cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van Advocaat-Generaal J. Spier, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De advocaat van de eisers heeft gereageerd op deze conclusie. De Hoge Raad heeft op 10 januari 2003 het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De kosten zijn begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink en D.H. Beukenhorst, en openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.