ECLI:NL:HR:2003:AF5821
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag loonbelasting en boetebeschikking
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 25 juli 2001, betreffende een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven boetebeschikking. De naheffingsaanslag, opgelegd over het tijdvak van 1 januari 1998 tot en met 31 december 1998, bedroeg ƒ 143.158 aan enkelvoudige belasting, met een boete van ƒ 71.579. Na bezwaar tegen de naheffingsaanslag en de boetebeschikking, heeft de Inspecteur deze handhaafd. Het Hof heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd, de naheffingsaanslag gehandhaafd, maar de boetebeschikking vernietigd en de boete vastgesteld op ƒ 15.800.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. In het cassatieberoep werd aangevoerd dat het oordeel van het Hof onbegrijpelijk was, omdat het Hof had overwogen dat het ontbreken van loonbelastingverklaringen niet had geleid tot onjuiste inhoudingen. De Hoge Raad oordeelt dat de klacht faalt, omdat het Hof niet het oog heeft op het niet toepassen van het anoniementarief, maar op andere onjuistheden. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.
Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep ongegrond, waarmee de uitspraak van het Hof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door de vice-president G.J. Zuurmond als voorzitter, en de raadsheren D.G. van Vliet, P. Lourens, C.B. Bavinck en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en is openbaar uitgesproken op 14 maart 2003.