ECLI:NL:HR:2003:AF6587
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Ontuchtige handelingen met minderjarige en de bescherming van seksuele integriteit
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 september 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was eerder veroordeeld voor het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige, in dit geval een meisje van 6 jaar oud. Het Hof had de verdachte veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en met bijzondere voorwaarden. De verdachte had in de periode van 1 maart 2000 tot en met 12 december 2000, in Noordwijk, meermalen ontuchtige handelingen gepleegd door het meisje zijn penis te laten vastpakken. De verdediging voerde aan dat er geen sprake was van ontuchtige handelingen omdat de verdachte het slachtoffer niet had aangeraakt en geen seksuele bedoelingen had. Het Hof verwierp dit verweer en oordeelde dat het niet ingrijpen van de verdachte, terwijl het meisje zijn penis betastte, als ontuchtig handelen moest worden aangemerkt. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het Hof en oordeelde dat het Hof niet van een onjuiste rechtsopvatting getuigde. De Hoge Raad oordeelde dat de bescherming van de seksuele integriteit van minderjarigen, zoals vastgelegd in artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht, voorop staat. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, waarmee de eerdere veroordeling in stand bleef.