ECLI:NL:HR:2003:AF8565
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake overtreding Arbeidsomstandighedenwet
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 september 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, Economische Kamer, van 3 april 2002. De verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.E.M. Röttgering, was in hoger beroep veroordeeld voor overtredingen van de Arbeidsomstandighedenwet. Het Gerechtshof had de inleidende dagvaarding ten aanzien van feit 1 gedeeltelijk nietig verklaard en de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 500,-- voor twee overtredingen. De Hoge Raad beoordeelde de middelen van cassatie die door de verdediging waren ingediend. Het eerste middel betrof de klacht dat het Hof het verweer tot gehele nietigheid van de dagvaarding op onjuiste gronden had verworpen. Het tweede middel betrof de klacht dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat de resterende tenlastelegging feitelijke betekenis had, ondanks de gedeeltelijke nietigheid. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de tenlastelegging juist had geïnterpreteerd en dat de middelen niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad verwierp het beroep, waarbij werd vastgesteld dat er geen gronden waren voor vernietiging van de bestreden uitspraak.