ECLI:NL:HR:2003:AF9534
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen vrijspraak en veroordeling in strafzaak met betrekking tot bedreiging, mishandeling, afpersing en diefstal
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 juli 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 21 mei 2002 had plaatsgevonden. De verdachte, geboren in Suriname in 1967 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in Amsterdam, was eerder vrijgesproken van een aantal ernstige strafbare feiten, waaronder bedreiging met enig misdrijf tegen het leven, mishandeling, afpersing en diefstal. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. G. Spong, had middelen van cassatie ingediend, waarbij de plaatsvervangend Procureur-Generaal Fokkens concludeerde tot verwerping van het beroep.
De zaak omvatte ook rapportages van gedragskundige Dr. J.J. Baneke, die betrokken was bij de beoordeling van de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte. Er was een tuchtrechtelijke klacht ingediend tegen Baneke, wat leidde tot vragen over de objectiviteit van zijn rapportages. Het Hof had geoordeeld dat Baneke, ondanks de klacht, in staat was om onafhankelijk en objectief te rapporteren. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de klacht niet voldoende was om de rapportages van Baneke als onbetrouwbaar te beschouwen.
De Hoge Raad concludeerde dat de middelen van cassatie niet konden leiden tot vernietiging van de bestreden uitspraak. De beslissing van het Hof om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van één jaar, terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, en onttrekking van voorwerpen aan het verkeer, werd gehandhaafd. De Hoge Raad verwierp het beroep en oordeelde dat er geen gronden waren voor vernietiging van de uitspraak van het Hof.