ECLI:NL:HR:2003:AF9682
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- J.C. van Oven
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Aanslag in de baatbelasting van de gemeente Hilversum en de rechtsgeldigheid van de aanslag aan appartementseigenaren
In deze zaak gaat het om een aanslag in de baatbelasting die is opgelegd aan een belanghebbende voor het jaar 1997, met betrekking tot het object aan de a-straat 2 te Z in de gemeente Hilversum. De aanslag, ter hoogte van ƒ 135.971, werd na bezwaar door het hoofd van de afdeling belastingen van de gemeente Hilversum gehandhaafd. De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de aanslag en de eerdere uitspraak vernietigde. Hierop hebben B en W van de gemeente Hilversum cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de aanslag niet correct was opgelegd. De Hoge Raad oordeelde dat de aanduiding op het aanslagbiljet niet duidelijk maakte dat de aanslag betrekking had op het gehele flatgebouw waarvan het appartement van de belanghebbende deel uitmaakt. Dit was noodzakelijk om het verhaalsrecht te kunnen uitoefenen tegenover andere appartementseigenaren. De Hoge Raad concludeerde dat appartementseigenaren niet als mede-eigenaars van het onroerend goed worden aangemerkt in de zin van de relevante wetgeving, en dat de aanslag derhalve niet rechtsgeldig was.
De Hoge Raad verklaarde het beroep van B en W ongegrond en veroordeelde hen in de proceskosten, vastgesteld op € 1288 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De gemeente Hilversum werd aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moest vergoeden. Dit arrest is gewezen op 6 juni 2003 en is openbaar uitgesproken.